Wassen + drogen
Bij de aanschaf van een wasmachine of wasdroger moet rekening worden gehouden met verschillende belangrijke aankoopcriteria. De eerste vraag is welk type wasmachine je nodig hebt. Deze kunnen worden onderverdeeld in zogenaamde voorlaadwasmachines, bovenlaadwasmachines of zogenaamde was-droogcombinaties. Zoals de naam al zegt, wordt een voorlader wasmachine van voren geladen. Bij een bovenlader daarentegen wordt het wasgoed in de wasmachine geladen door een opening aan de bovenkant van de machine. Was-droogcombinaties zijn speciale apparaten die zowel kunnen wassen als drogen. Wasdrogers combineren de functies van een wasmachine en een wasdroger in één apparaat. Als je twee aparte machines wilt, dus een wasmachine en een wasdroger, is de vraag of je ze op elkaar wilt stapelen tot een wastoren, of dat je ze liever als vrijstaande eenheden naast elkaar zet. Als je heel weinig ruimte beschikbaar hebt (bijvoorbeeld in een badkamer), is een ruimtebesparende bovenlader wasmachine aan te bevelen. Bovenladers zijn meestal maar 40 cm breed, terwijl gewone voorladers 60 cm breed zijn. In een torenwasmachine worden de wasmachine en de wasdroger door middel van een tussenbouwpakket op elkaar gestapeld tot een kolom. Andere belangrijke criteria bij het kopen van een wasmachine zijn het aantal wasprogramma's, of gemaksfuncties zoals LED-trommelverlichting, starttijdvoorkeuzefunctie of automatische wasmiddeldosering. Als het gaat om het laadvermogen van de wasmachine, kan de optimale trommelgrootte betrekkelijk eenvoudig worden bepaald. Voor huishoudens tot vijf personen wordt een machine met een laadvermogen van 6-8 kg aanbevolen. Voor grotere huishoudens moet het trommelvolume 9-12 kg zijn. Bij twijfel is het aan te raden een iets grotere machine te kopen, omdat daarmee meer wasgoed in één wascyclus kan worden gewassen, waardoor zowel water als energie wordt bespaard. Dit geldt vooral omdat moderne wasmachines een zogenaamde automatische hoeveelheidsfunctie hebben. Dit betekent dat een machine niet meer te groot kan zijn. Ook de energie-efficiëntieklasse speelt meestal een belangrijke rol bij de aanschaf van deze apparaten. Het EU-energielabel geeft de energie-efficiëntieklasse van een machine aan. De verschillende klassen lopen van D (slecht) tot A+++ (goed). Tegenwoordig zijn echter alleen toestellen in de klassen A+ tot A++ op de markt. Toch is het goed om te weten dat apparaten binnen dezelfde energie-efficiëntieklasse soms tot 15% verschillen in jaarlijks verbruik, wat zeker tot uiting komt in de elektriciteitsrekening. Op het energielabel staat ook het waterverbruik van de wasmachine. Het vermeldt zowel het jaarverbruik als het waterverbruik voor het standaard 60°C katoenprogramma met een volle belading. Deze informatie maakt het gemakkelijk om machines met dezelfde lading te vergelijken. Een andere belangrijke indicator is de spin-efficiëntieklasse, die ook op het energielabel staat. Het wordt vooral beïnvloed door het maximale centrifugetoerental van de wasmachine. Wasmachines worden ingedeeld in de klassen A, B en C, afhankelijk van hoeveel restvocht er overblijft na het centrifugeren. Klasse A betekent een centrifugetoerental van 1400-1600 en een restvochtigheid van minder dan 45%. In klasse B is het centrifugetoerental 1200-1400 en ligt het restvocht tussen 45% en 54%. In de derde spin-efficiëntieklasse C ligt het centrifugetoerental tussen 1000 en 1200 en is het restvocht 54% tot 63%.