(Not) Like A Virgin: Deze designtrend domineerde voor het eerst de Milan Design Week

De meeste creatieve geesten die dit jaar exposeren op de Design Week in Milaan lijken het met elkaar eens te zijn: De grondstoffen van onze planeet zijn beperkt en daarom moeten we verouderde productiemethoden heroverwegen. De meeste van de vijftig tentoonstellingen die ik kon bezoeken lieten dit zien. Ik vond vooral drie van de projecten mooi omdat ze laten zien dat afvalproducten kunnen worden omgevormd tot esthetische objecten. Ze geven hoop dat gerecyclede materialen over honderd jaar nog steeds gebruikt zullen worden en dat het gebruik van zogenaamd "maagdelijk materiaal" zal afnemen.

Hydro Circal 100R: hoogwaardig, gerecycled, koolstofarm aluminium

In de galerie van Spazio Maiocchi presenteerde Hydro het eerste aluminium product dat volledig is gemaakt van post-consumer schroot dat op industriële schaal in massaproductie kan worden genomen. Het bedrijf is gespecialiseerd in aluminium en hernieuwbare energiebronnen en heeft Hydro Circal 100R zo ontworpen dat het een CO2-voetafdruk heeft die 97 procent lager is dan het wereldwijde gemiddelde voor nieuw aluminium. Het materiaal zou ook eindeloos recyclebaar zijn zonder kwaliteitsverlies.

Om te laten zien wat er allemaal gemaakt kan worden van geëxtrudeerd, gerecycled aluminium, gaf het bedrijf, onder artistieke leiding van Lars Beller Fjetland, zeven ontwerpers de opdracht om een product te maken van Hydro Circal 100R. Daaronder waren objecten van Inga Sempé, Andreas Engesvik en Max Lamb - mijn persoonlijke favoriet. De Britse ontwerper maakte een lampencollectie genaamd "Prøve" van het niet langer maagdelijke materiaal. Met zijn delicate lijnen doet het denken aan bergketens en is het een goede herinnering aan waarom dit project is gestart: De natuur moet worden beschermd.

Matek™: een organisch materiaal geschikt voor buiten

De tafelcollectie "Alder" van Patricia Urquiola voor Mater was ook voor het eerst te zien in Milaan. Het bestaat uit een speciaal ontwikkeld materiaal van gerecyclede koffiebonen genaamd Matek™, waar het Deense bedrijf al jaren aan werkt. Het verwerkt afval uit verschillende bronnen, waaronder koffieboonschillen of zaagsel, en combineert dit met kunststofafval of een alternatief op kunststofbasis om het via een persproces tot nieuwe meubels te vormen.

Met Matek™ biedt Mater niet alleen een alternatief voor producten die van primaire materialen zijn gemaakt, maar zet het ook zijn eigen recyclingmodel op: elk ontwerp kan worden gedemonteerd met behulp van Mater's eigen "terugnamesysteem", zodat de onderdelen kunnen worden gerecycled. Voor privégebruik is dit misschien niet zo'n groot probleem. Maar als een hotel besluit om zijn meubilair in de toekomst volledig te vervangen, kan het de producten van Mater direct terugsturen naar het merk in plaats van naar de stortplaats.

Omdat Patricia Urquiola ook een duurzame ontwerpbenadering nastreeft, was de Spaanse ontwerper een perfecte match voor het Deense merk en haar nieuwe materiaal. De "Alder" tafels zijn gemaakt door Matek™ om een frame van 94 procent gerecycled staal te gieten. Visueel worden ze geweldig door reductie: terwijl hun warme aardetinten en ronde silhouetten de verwijzing naar de natuur benadrukken, werken de delicate lijnen op het tafelblad als regengoten. Want de collectie is ook geschikt voor buitengebruik.

EconitWood: een materiaal met hoge geluidsabsorptie, thermische isolatie en brandwerende eigenschappen

Het innovatieve materiaalsysteem EconitWood van het Duitse bedrijf Additive Tectonics vierde nog een debuut op de Milan Design Week 2024 in Villa Vagetti. Hierbij worden houtresten van zagerijen hergebruikt en met behulp van 3D-printtechnologie omgevormd tot prachtig gevormde objecten. Eerder inferieur, regionaal ruw hout wordt ook gebruikt. Het resultaat is een materiaal dat een positief effect heeft op de akoestiek, ruimtes isoleert en bijzonder brandwerend is.

Met de afvalvrije productie van complexe en grootformaat houten mallen biedt de EconitWood technologie nieuwe ontwerpmogelijkheden voor meubelbouw of interieurontwerp. De Britse ontwerper Harry Thaler was de eerste die ze onderzocht. In de tentoonstelling "Printed Nature" verraste hij bezoekers met bovenmaatse lampen die als paddenstoelen uit de grond rezen en fauteuils die verdwenen in duinen van houtpoeder. Maar er waren ook meubels die fascineerden door hun eenvoud. Een daarvan was een kruk met opbergruimte. De combinatie van natuurlijke en futuristische elementen was perfect om de productie van het gerecyclede, 3D-geprinte materiaal te benadrukken.